Theoretiche uitleg
Aeroob:(uithouding
met zuurstof)
Het
lichaam produceert energie uit brandstof. Brandstof voor het
menselijk lichaam bestaat uit koolhydraten en vetten, die we uit onze
voeding halen. Deze wordt in ons lichaam met zuurstof verbrand,
waardoor er energie vrij komt.
De
zuurstof komt door de ademhaling het lichaam in via de longen waar
het op zijn beurt in de bloedbaan terechtkomt en zo naar de actieve
spieren wordt gebracht. Gaat de intensiteit omhoog dan is er meer
vraag naar energie, maar dus naar zuurstof en meer brandstof
(koolhydraten en vetten) want deze soort van brandstof ligt
opgeslagen in onze spieren en lever.
Dus,
bij een hogere intensiteit gaat de ademhaling en hartslag stijgen om
meer zuurstof per minuut te kunnen opnemen, waardoor meer
koolhydraten en vetten kunnen verbrand worden om zo meer energie te
leveren.
Het
aerobe systeem heeft vrij grote capaciteit, door de grote voorraad
aan koolhydraten en vetten. Zo lang er voldoende aanvoer is van
zuurstof ontstaat er geen afval productie en kan deze vorm van
energieproductie zeer lang worden volgehouden.
Anaeroob:
( uithouding zonder zuurstof)
Bij
een zeer hoge intensiteit heeft het lichaam zeer veel energie nodig.
Zoveel energie dat het aeroob systeem de vraag naar zuurstof niet
meer kan bij houden. Bij een zeer hoge maximale inspanning van minder
dan (800m lopen) 2’ minuten heeft het lichaam de tijd niet om het
aeroob systeem op gang te laten komen. De ademhaling en de hartslag
kunnen niet snel genoeg voldoende hoog niveau halen.
Waardoor
er op zijn beurt te weinig zuurstof wordt aan gevoerd naar de
werkende spier om de nodige energie op een aerobe manier te kunnen
leveren.
Het
lichaam gaat dan op zijn beurt de keuze maken om energie te leveren
zonder zuurstof. Maar bij dat systeem is er dus wel sprake van
afvalproductie (melkzuur dus). Wanneer de productie van melkzuur te
groot wordt, dan zal je de arbeid moeten staken.
Bij
een inspanning van langere duur waarbij het aeroob systeem op volle
toeren draait, dus bij zo goed als maximale ademhaling en hartslag
kan de intensiteit zo hoog op lopen dat de vraag naar energie de
capaciteit van het aeroob systeem overschrijdt.
Op
dat moment springt anaeroob systeem ter hulp ( want de ademhaling en
hartslag kunnen niet aanzienlijk blijven stijgen), en zorgt het voor
extra energie. Maar hier bij ontstaat dus ook melkzuur. Dus wanneer
de intensiteit blijft verder toe nemen of de inspanning te lang duurt
zal de melkzuurconcentratie ook verder oplopen. Waardoor je
uiteindelijk de inspanning zal moeten staken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Plaats hier uw reactie